Praat je met iemand vanuit het vakgebied over het personeelstekort en hoe dit opgelost zou moeten worden, roept men steevast: “techniekles op basis- en middelbare scholen”, want: “dan komen jongeren er eerder mee in aanraking, nu staat het zo ver van ze af.” en: “Ja vroeger speelden we nog met Meccano, nu zit de jeugd alleen maar achter de computer.”
Eens in de zoveel tijd komt er een bericht op LinkedIn voorbij, waarbij het over dit thema gaat en structureel barst het social media geweld los. De hele techniek-sector lijkt zijn hoop gevestigd te hebben op techniekles op basis- en middelbaar onderwijs. Vanuit die overtuiging stuurt het allerlei delegaties naar de scholen om gastlessen te verzorgen, er worden boeken gedrukt die de techniek aan de jeugd moet verkopen en er worden rondleidingen bij bedrijven georganiseerd. Eerlijk is eerlijk: alles wordt uit de kast getrokken en er zijn veel mensen met hart en ziel mee bezig, maar wat nou als ze hun energie in de verkeerde dingen blijken te steken?
Door: Robin Overschie
Achtergrond
Even een stukje achtergrond zo vlak voordat mijn hoofd er massaal afgehakt gaat worden op social media en ik met pek en veren het vakgebied uitgejaagd wordt. Ik ben inmiddels 29, momenteel werkzaam in de pomptechniek, en heb nooit techniekles op school gehad. Wat hier het dichtste bijkwam, was werkstukjes maken van hout. Tot zover voldoe ik helemaal aan het stereotype beeld. Maar mijn thuissituatie in de tijd dat ik opgroeide, was allesbehalve stereotype: overal techniek. Het is geen grapje als ik zeg dat de pompen en aanverwante onderdelen letterlijk overal in huis, tuin en nog net geen keuken stonden. Mijn vader was er dag en nacht, week in week uit mee bezig, kan nog steeds over niks anders praten. Toch was er geen haar op mijn hoofd die er aan dacht om in de techniek te gaan werken en dat terwijl ik genoeg de mogelijkheid heb gehad om ermee in aanraking te komen. Ben ik dan een uitzondering op de regel? Nee, ook mijn broertje (25) en zusje (22) hebben beiden nul interesse in de techniek. Je zou zeggen toeval, want je hoort zo vaak het argument dat “vooral kinderen van mensen uit de techniek ook de techniek ingaan”. Vast en zeker, maar dan vergeten we dat daartegenover een veel grotere groep staat, waarvan de ouders ook in de techniek zitten, die dit niét doet.
Een plausibel verband
Het hele argument dat techniekles op scholen, om jongeren eerder met techniek in aanraking te laten komen, dé oplossing is, klopt volgens mij niet. Het gaat er namelijk vanuit dat er een direct verband bestaat tussen datgene waarmee ze in aanraking komen op school én datgene waar ze later willen gaan werken. Ik zal niet zeggen dat dit verband er helemaal niet is, maar ik geloof niet dat die zo sterk is als dat men zegt dat-ie is. Mijn argument is: jongeren hebben ook geen les in marketing, design of psychologie en toch overstromen deze vakgebieden met aanmeldingen. Wél hebben ze Frans en Duits, een paar uur per week zelfs, en toch blijft het bij deze vakgebieden tamelijk rustig. Om nog maar een voorbeeld te noemen: ik heb nooit ook maar één les gehad over duurzaamheid en toch is dit bij mijn leeftijdsgenoten structureel hét thema dat bovenaan hun lijstje van belangrijke waarden staat.
Andere waarden
Laten we het over deze waarden eens hebben, want nu zullen er misschien mensen zeggen: “Ja maar met Frans en Duits kun je je brood niet verdienen, dus het is logisch dat je dat niet gaat studeren.” Of wat je ook weleens hoort: “Jongeren hebben een 100% baangarantie in de techniek, waarom komen ze dan niet?!” Deze argumenten gaan er vanuit dat baangarantie de belangrijkste drijfveer is voor jongeren, maar alles wijst erop dat dit niet zo is, integendeel. Ik denk dat dit misschien een drijfveer was van voorgaande generaties, maar dat de jeugd van tegenwoordig heel andere waarden belangrijk vindt. Waarden als creativiteit, zelfexpressie, gelijkwaardigheid, waardering, flexibiliteit en een menselijke en persoonlijke benadering. Er wordt altijd maar makkelijk ingevuld voor jongeren op basis van welke factoren ze hun beslissingen maken, of beter gezegd: zouden moeten maken, maar we houden er helemaal geen rekening mee dat die factoren kunnen veranderen. Het is volgens mij deze generatiekloof die ervoor zorgt dat we als vakgebied de oplossing zien in techniekles op scholen, dat we een generatie proberen te overtuigen met methodes, waarden en een wereldbeeld die al lang niet meer van deze tijd zijn en het is óók deze generatiekloof die ervoor zorgt dat we blind zijn voor wat er wél aan de hand is.
Scholen zijn niet belangrijk, de belevingswereld wel
Net zo goed als dat ik, en nagenoeg de hele generatie met mij, nooit ook maar één les heb gehad over marketing, design, klimaatverandering, koffie, psychologie, duurzaamheid, craftbeer, ondernemerschap, moestuinen, mode, music production en festivals, zijn dit wel een aantal van de thema’s en vakgebieden waarin heel veel interesse is. Hoe komt dit dan? Het is een ouderwetse gedachte om er vanuit te gaan dat je met iets in aanraking moet zijn gekomen op school, dat de wereld stopt bij de grenzen van het dorp. Dit is al lang niet meer het geval, maar sommige zaken lopen achter de feiten aan. Het internet heeft ervoor gezorgd dat de belevingswereld van jongeren voor een overgroot deel wordt bepaald door mediums hierbuiten. Het leert via Youtube, Instagram, Facebook, Snapchat, Twitch, Medium en velerlei blogs, podcasts en vlogs over wat de wereld allemaal te bieden heeft.
Het is niet voor niks dat de vakgebieden waarnaar veel interesse is, op deze mediums ruim vertegenwoordigd zijn. En niet alleen aanwezig, maar zich hier ook presenteren op een manier die de waarden van de huidige jongeren aanspreken en reflecteren.
Bedrijfscultuur is de beslissende factor
Om nu te zeggen dat alle problemen de wereld uit zijn met een likje verf, een nieuw logo’tje hier en een filmpje dat op jongeren is gericht op Youtube daar, is natuurlijk veel te kort door de bocht. Simpelweg een ander frontje op het vakgebied plakken, is niet de oplossing, want hier prikt iedereen zo doorheen. Nee, met dat frontje komt het vast wel goed, maar het probleem zit hem in dat wat daarachter zit: de gemiddelde bedrijfscultuur. Als je namelijk kijkt naar de sectoren die populair zijn, valt op dat deze allemaal een andere bedrijfscultuur hebben. Enkele kenmerken hiervan zijn dat ze onofficieel, nonchalant, speels, open, toegankelijk, transparant, creatief, duurzaam, impactgericht, persoonlijk en menselijk zijn. Het zijn omgevingen waar jongeren zich op hun gemak voelen en waar ze zich bevestigd voelen in hun waarden. Zet hier de gemiddelde bedrijfscultuur van de techniek tegenover: zakelijk, officieel, star, winstgericht, gesloten, hiërarchisch, onpersoonlijk en een “zo doen we het al jaren” mentaliteit. Het is een schril contrast. Voor de duidelijkheid: dit is niet het beeld van iemand die nog nooit met de techniek te maken heeft gehad, maar van iemand die er nu twee jaar in werkt.
Lichtjes aan de horizon
Er zijn gelukkig ook bedrijven die wel succesvol zijn in het creëren van een bedrijfscultuur, die met de tijd meegaan en daarmee ook jongeren heel erg aanspreken. Er is al veel over ze gesproken, maar Installatiebedrijf Verspeek is een klinkend voorbeeld van hoe het in mijn ogen wél moet. Dit betekent niet dat ik denk dat iedereen nu ineens z’n personeel ‘goeie gasten’ zou moeten gaan noemen en we allemaal onze kleedkamer om zouden moeten toveren tot een voetbalkleedruimte, maar wel denk ik dat er iets te leren valt van de toegankelijkheid, transparantie, gelijkwaardigheid en vooral ook, daar is ie weer: menselijkheid die zij uitdragen. Een ander voorbeeld is Cabli, dat zijn processen zo her-ontwerpt dat het überhaupt bijna geen technisch opgeleid personeel meer nodig heeft, maar tegelijkertijd ook een bedrijfscultuur creëert waar menig werkloze designer onderdeel van uit zou willen maken. Meer over deze twee oplossingen vind je in dit artikel.
Een omgekeerde wereld?
Laat ik duidelijk zijn: het is niet mijn bedoeling om mensen tegen de schenen te schoppen of om te doen alsof ik het beter weet. Wel denk ik dat de hele discussie over het personeelstekort in de techniek geholpen is met een tegengeluid en een diversiteit aan mogelijke oorzaken en oplossingen. Ik hoop dat we op die manier samen de vinger op de juiste plek krijgen, want dat ligt hij naar mijn mening op dit moment niet. Het is veel te makkelijk om de vinger te wijzen naar iets wat buiten het vakgebied ligt. Hiermee vergeten we dat zoveel andere vakgebieden die wél populair zijn, ook niet in het onderwijspakket vertegenwoordigd zijn. Veel belangrijker is het, denk ik, om te kijken naar hoe we van die vakgebieden verschillen en van waaruit de aantrekkingskracht naar de jeugd ontstaat. Hiervoor moeten we verder kijken dan het medium en meer kijken naar de boodschap, de achterliggende waarden die blijkbaar aanspreken.
Om deze aantrekkingskracht te realiseren, is er wat mij betreft bij heel veel bedrijven in de techniek een cultuuromslag nodig. Dit zal waarschijnlijk een langzaam en tergend traag proces zijn, want het is nu eenmaal een feit dat hoe groter de organisaties, hoe minder flexibel ze zijn. De belangen zijn groot en de vroegere status quo geeft ze nog houvast. Ik denk dan ook dat het huidige personeelstekort voor veel bedrijven niet kritiek genoeg is, althans nog niet, want als zij op den duur structureel de boot mislopen bij de grootste talenten en de meest kritieke functies open blijven staan, zullen zij door de daaropvolgende nivellering, zich toch achter de oren gaan krabben.
In de tussentijd wil ik me vooral inzetten om deze benodigde cultuuromslag aan te wakkeren. Door te laten zien hoe mooi de techniek kán zijn. Door ideeën aan te dragen die misschien controversieel zijn, maar die hopelijk wel aanzetten tot nadenken. Want misschien is het wel helemaal niet de oplossing om de nieuwe generatie in aanraking te laten komen met de techniek, maar moeten we de techniek eigenlijk in aanraking laten komen met de waarden van de nieuwe generatie. Eigenlijk een omgekeerde wereld dus.
Verder lezen:
Elk kwartaal een dosis passie
in je mailbox
Draai uw scherm
om de pagina te bekijken.