“Sommige dingen
zijn blijkbaar
overal hetzelfde.”
“Sommige dingen zijn
blijkbaar overal hetzelfde.”
Een tijdje geleden ontmoette ik hem, toen ik aan het filmen was tijdens één van onze cursussen. Je kon eerlijk gezegd ook niet echt om hem heen: grote gast, lang haar, tatoeages en een hart van goud. Ik sprak met Casper tijdens de pauze en wat me meteen opviel was met hoeveel passie hij over zijn vak praatte. Hij vertelde me dat hij sinds een aantal jaren bij het rioleringsteam van Amstelveen werkte en hoe ze in die jaren de storingen en verstoppingen flink hadden weten terug te brengen. Nu hoor ik niet heel vaak van dit soort succesverhalen, dus mijn interesse was meteen gewekt. Ik vatte het idee op om eens een dag met hem mee te lopen en hij was meteen enthousiast. Enerzijds leek het me leerzaam om te zien hoe ze dat hadden aangepakt, anderzijds om eens mee te maken wat de werkzaamheden in de praktijk zoal zijn. Zelden kwam ik zo enthousiast ergens van thuis.
Door: Robin Overschie
Een paar maanden later was het zover. Ik had ‘s ochtends met Casper afgesproken en toen ik aan kwam rijden, stond hij me al op te wachten op de parkeerplaats van de gemeentewerf. Ik zou vandaag mee gaan lopen met hem en nog een collega, Dave. Na even de dag doorgesproken te hebben, begon de rondleiding. Allereerst maar eens naar de werkplaats waar ze allerlei dingen zelf doen. Dat is trouwens iets ongewoons voor een gemeente en rioolbeheer: zelf doen. In veel gemeenten wordt namelijk al het onderhoud aan de putten en pompen door externe partijen gedaan, maar niet in Amstelveen. Hier maken ze hun besturingskasten zelf, doen het overgrote deel van het onderhoud aan de pompen zelf, maken hun putten zelf schoon, verhelpen verstoppingen en bouwen bijvoorbeeld zelf afsluiters en dergelijke in. Hier hebben ze dan ook al het nodige materieel voor: van een volledig uitgeruste werkplaats tot een eigen pompwagen die vervuilde putten schoon kan maken.
Alle benodigde materialen zijn voorhanden.
Trots laten ze zien wat ze tegenwoordig zoal zelf doen.
Deze zelfredzaamheid, of noem het zelfstandigheid, zie je ook op andere vlakken terug, merk ik. Zo vertelt Casper me dat ze weliswaar worden aangestuurd door hun coördinatoren, maar desondanks tot op zekere hoogte vrij zijn om hun eigen werkdag in te delen. Hij laat me zien hoe zijn mobiel helemaal vol staat met alarmen die afgaan als er een bepaald gemaal weer moet worden schoongemaakt. Niet pas als de hele kelder vol ligt met vuil en je met hamer en beitel moet afdalen om je er een weg doorheen te hakken, maar preventief. Hierdoor hoeven ze zeer zelden een pompkelder in en kan het werk gemakkelijk vanaf boven gedaan worden, waardoor ze in een fractie van de tijd klaar zijn. Hoe vaak de putten preventief schoongemaakt moeten worden, is ervaring zo vertelt Casper me; de ene put vraagt meer aandacht dan de andere, maar hij weet precies wanneer welke gedaan moet worden om ellende te voorkomen.
Casper gebruikt zijn mobiel om de pompen in de gaten te houden en om bij te houden wanneer de putten schoongemaakt moeten worden.
De gemeente stimuleert deze zelfstandigheid. Zo worden alle materialen aangeschaft die de mensen in het veld nodig denken te hebben om hun werk nog efficiënter aan te pakken, zonder al teveel vragen te stellen. Geen touwtjes dus die strak in de hand worden gehouden. Nee, hier wordt gewerkt op basis van vertrouwen en een beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid. Vertrouwen wat ze overigens door de jaren heen hebben opgebouwd, want ook de gemeente heeft de effecten hiervan gezien. Zo vertelt Casper me dat ze in het begin gemalen hadden, waar ze elke dag langs moesten om ze te ontstoppen, maar dat die tijden nu gelukkig voorbij zijn.
Middelen die het werk makkelijker maken.
Een naam die Casper veelvuldig laat vallen, is die van Kees Spaans, oud teamleider en geroemd om zijn kennis van rioolstelsels en pompinstallaties. Casper vertelt me dat hij altijd Kees belt als hij ergens even niet uitkomt: “Dan zit hij totaal ergens anders en dan zegt hij van doe eens zus of zo, en negen van de tien keer heeft hij gelijk.” Kees begeleidt jongens als Casper en Dave. Hij legt ze uit hoe dingen werken en geeft ze veelal de ruimte om zelf fouten te maken en hier vervolgens van te leren. Daarnaast worden de jongens heel erg aangemoedigd om verder te leren, om zich te blijven ontwikkelen en hun interesse te volgen. Hierdoor konden jongens als Casper en Dave, zonder achtergrond in de riolering of techniek, zich verder ontwikkelen, cursussen en opleidingen volgen, en langzaamaan steeds meer taken zelfstandig op zich nemen.
Zo bouwen ze na de nodige trainingen op dit moment bijvoorbeeld zelf hun besturingskasten in.
Op kantoor bij de gemeente spreek ik mijn verbazing en bewondering uit over de manier waarop ze hun rioolbeheer aanpakken en vooral ook hoe succesvol het blijkt te zijn dat ze de dingen zélf doen. Iemand weet me hier te vertellen dat dit een proces is geweest en hoe ze in de loop der jaren langzaam steeds meer hooi op hun vork zijn gaan nemen, steeds meer hun taken uit zijn gaan breiden. Zijn grote tip is dan ook dat als andere gemeenten dit ook zelf willen gaan doen, ze dit stap voor stap moeten doen en niet teveel in één keer moeten willen: “…maar eerst iets kleins oppakken en wachten tot je er comfortabel mee bent voordat je weer een nieuwe stap zet.”
Toch gaat dit veranderen, want ze zijn inmiddels min of meer gedwongen om meer uit te gaan besteden. Een paar jaar geleden kregen ze namelijk ook het rioolbeheer van een naburige gemeente op hun bord wegens een fusie. Deze gemeente had het in het verleden allemaal uitbesteed. Voor Amstelveen betekent dit dat het ineens heel veel meer taken op zich moet nemen en daarbij tegen het probleem van de personele bezetting aanloopt. Op de uitgezette vacature kwam welgeteld één kandidaat af. Dit zorgt er mede voor dat, in navolging van andere gemeenten, ze niet echt een andere keus hebben dan weer meer te gaan uitbesteden, waarbij ze zelf meer de rol van controleur en regisseur op zich zullen nemen. Wel hameren ze erop dat ze het kennisniveau van het rioleringsteam hoog willen blijven houden, zodat ze mee kunnen blijven praten en het werk goed kunnen blijven beoordelen.
Onderdelen van defecte pompen die nog goed zijn, halen ze er af om weer te hergebruiken.
Nadat we pauze hebben gevierd en ik de mannen onderling de hele tijd over het riool heb horen praten, willen Casper en Dave me nog wat van hun werkzaamheden laten zien. Ze waren er twee weken geleden nog geweest en op voorhand dachten ze dat het misschien wat overbodig was, want normaal gaan ze één keer per maand naar dit gemaal, maar ze wilden me voor deze gelegenheid graag laten zien hoe het allemaal in zijn werk gaat. Op de weg ernaartoe vroeg ik nog: “Dit is zeker een put die vaak vies is?”, “Ja” zei hij “Hoe weet je dat?” Ik wees naar de nieuwbouwhuizen. “Klopt, het valt mij inderdaad ook steeds meer op dat je vooral veel problemen hebt met vervuiling bij nieuwbouwwijken.” Sommige dingen zijn blijkbaar overal hetzelfde.
Voordat ze beginnen, zetten ze de schuiven van de put dicht en pompen ze het resterende rioolwater er met de wagen uit. Dan gaat er een spuitlans van ongeveer 5 meter in om alles schoon te spuiten. De spuitlans wordt eigenlijk gebruikt om de grote vuilproppen naar de zuigmond van de slang te spuiten. Elke keer als ze er één hebben, hoor je een doffe knal en schokt de slang flink heen en weer. Ik zie Casper en Dave lachen: hier doen ze het voor.
Terwijl ze de put schoon staan te spuiten, blijft Casper maar zeggen dat hij dit het mooiste werk van de wereld vindt. En dan niet één keer, maar een keer of zes. Hij is ermee verguld en oprecht trots op wat hij doet. Hij beseft dat anderen het misschien smerig werk vinden, maar hij vindt dat juist het mooie eraan. Voor hem is het de uitdaging om die put weer helemaal schoon te krijgen, alle proppen vuil die erin liggen, eruit te halen, om die pompen draaiende te houden en om het beheer van het rioolstelsel zo goed mogelijk te doen.
Na een tijdje komen er een paar kinderen bij staan die allerlei vragen beginnen te stellen: “Wat doen jullie daar?” “Waar gaat die poep heen?” “Waar komt die poep vandaan?” “Worden jullie dan niet vies?”. Ik probeer ze uit te leggen dat dit een verzamelput is waar alle poep en pies van de hele wijk in komt en dat deze mannen de put aan het schoonmaken zijn, omdat hij anders veel te vies wordt. Terwijl ik aan het vertellen ben, zie ik hun ogen groter worden als ze zich beginnen te realiseren wat er zich allemaal onder de grond afspeelt zonder dat ze dit wisten. Enthousiast rennen ze naar huis om het hun moeder te vertellen.
Ondertussen zijn Casper en David bijna klaar en mogen de schuiven weer open. Terwijl ze de schuiven open aan het draaien zijn, hoor je het plonzen. “Hoor je dat?” vraagt Casper. “Dat zijn alweer allemaal nieuwe vuilproppen. We hebben een keer gehad dat we een put schoon hadden gemaakt en dat er zoveel vuil weer in kwam, dat we hem meteen daarna weer schoon hebben gemaakt om ellende te voorkomen. Je bent dan natuurlijk wel laat thuis, maar dat vind ik juist het mooie aan dit werk: je weet nooit wat je tegen gaat komen.”
Ietwat beduusd van de dag stap ik niet veel later weer in mijn auto. Wat een mensen, wat een passie! Voor ik het vergeet, loop ik nog snel even naar Casper toe om hem wat te geven, want ik zou even niet weten wie hem op dit moment meer verdient dan hij. Een XL pompidioot shirt, niet zomaar een shirt maar een eerbetoon van ons (Oveducon) aan mensen die zich met hart en ziel inzetten voor pompen en hun installaties. Casper is er blij mee, belooft me een foto te sturen waarbij hij het shirt aan heeft en ik beloof hem dat ik Dave er ook een stuur. Voordat ik naar huis rijd, bel ik nog even mijn vader om mijn enthousiasme kwijt te kunnen. Ik vertel hem over de mate van zelfstandigheid waarmee de mensen hier mogen werken, hoe dit ervoor zorgt dat ze gestimuleerd worden om hun verantwoordelijkheid te nemen, hoe dit de betrokkenheid van het personeel vergroot, hoe dit de kwaliteit van hun installaties vergroot, hoe ze zelf de regie in handen willen houden, hoe succesvol dit is en hoe dit misschien een mooi voorbeeld is voor sommige andere gemeenten.
Amstelveen is namelijk een prachtig voorbeeld van hoe het anders kan. Hoe regie over het beheer de vruchten afwerpt en hoe vertrouwen en autonomie zorgt voor mensen die bevlogen hun werk doen. Mensen zoals Casper en Dave die met hun hoofd boven de shit hangen en vol trots met een glimlach van oor tot oor zeggen: “Dit is het mooiste werk wat er is.”
Ik wil de gemeente Amstelveen bedanken dat ik de mogelijkheid kreeg om een dag mee te lopen en hier verslag van te doen. Alle foto’s in dit artikel zijn op de dag zelf gemaakt en mogen niet zonder schriftelijke toestemming (her)gebruikt worden.
Lees verder:
Elk kwartaal een dosis passie
in je mailbox
Draai uw scherm
om de pagina te bekijken.